Medicijnen
Er zijn een aantal medicijnen die naast hun medische werking ook bijwerkingen hebben. Deze bijwerkingen hebben bijvoorbeeld effect op het bewustzijn. Ze beïnvloeden daarmee het functioneren van hersenen en lichaam. De belangrijkste groepen zijn:
Benzodiazepinen
De meeste slaap- en kalmeringsmiddelen behoren tot de groep van benzodiazepinen. Benzodiazepinen helpen bij onrust, angst en slaapproblemen. Benzodiazepine is een verzamelnaam voor een aantal vergelijkbare stoffen. Bekende merknamen zijn: Noctamid, Valium, Mogadon, Dalmadorm, Normison, Rohypnol, Seresta en Temesta. Bekende stofnamen zijn diazepam en oxazepam.
Opiaten
Pijnstillers als oxycodon worden vaak voorgeschreven als pijnbestrijding na bijvoorbeeld een operatie. Maar mensen blijven ze vaak gebruiken als deze eigenlijk niet meer medisch noodzakelijk zijn. Oxycodon is een pijnstiller die valt onder de opiaten. Natuurlijke verbindingen uit opium, zoals morfine en codeïne (en heroïne), en synthetische verbindingen met dezelfde werking als morfine worden aangeduid als opiaten. Opiaten hebben een sterk verdovende en pijnstillende werking. Ook zorgen ze voor een toestand waarin men zich schijnbaar gelukkig voelt (euforie). Opiaten kennen effecten die vergelijkbaar zijn met die van alcohol.
Sterke pijnstillers (opioïden, opioïde of narcotische analgetica)
Matig tot zeer sterk werkzame pijnstillers oefenen hun pijnstillende werking uit via het centrale zenuwstelsel. Alle opioïden zijn oorspronkelijk afgeleid van opium uit papaver. De bijwerkingen van deze medicijnen hebben invloed op de waarneming (zicht), het bewustzijn (sufheid en trage prikkelverwerking in de hersenen). En het reactievermogen neemt af. Daarom is alertheid geboden bij bijvoorbeeld autorijden of tijdens werkzaamheden. Sterker nog, het is in veel gevallen raadzaam om dit zelfs geheel te vermijden. Voorbeelden van deze medicijnen zijn: Tramadol (Tramal®), Morfine (Kapanol®, MS Contin®), Codeïne, Methadon (Symoron®), Nicomorfine (Morzet®) en Hydromorfon (Palladon®).