Effecten

  1. Alcohol verstoort de werking van de hersenen. Dit heeft allerlei effecten op je stemming en gedrag, maar ook lichamelijke effecten. Remmingen vallen weg, het geheugen vermindert en concentratie en zelfkritiek nemen af. Hoe meer je drinkt, hoe sterker het effecten.
  2. Iemand die alcohol drinkt, krijgt een vertraagde reactiesnelheid. De tijd tussen waarnemen en reageren wordt langer. Dat kun je ook in de ogen zien: de iris sluit en opent zich trager. Hierdoor herstellen je ogen zich langzamer na bijvoorbeeld een tijdelijke verblinding (bijvoorbeeld door de koplampen van een tegenligger).
  3. Iemand die veel alcohol gedronken heeft kan dubbel of wazig zien. Door de alcohol kunnen de ogen zich moeilijker concentreren op hetzelfde object. Hierdoor wordt het moeilijk om afstand en diepte in te schatten.
  4. De controle over de been- en armspieren gaat ook achteruit. In situaties waar je snel moet reageren met een handeling (zoals in het verkeer of tijdens het bedienen van machines), reageer je trager.
  5. Alcohol maakt je suf en vermindert je concentratie. In de praktijk is dit vooral gevaarlijk als er weinig prikkels zijn. Bijvoorbeeld als het verkeer rustig is of als het een route is die je goed kent.
  6. Door alcohol ontstaat tunnelzicht. Veel van wat er links en rechts van je gebeurt zie je niet of minder goed. Ook de aandacht verdelen over alles wat je ziet gaat moeilijker.
  7. Doordat ook de ‘kegeltjes’ in het netvlies (voor waarneming van kleuren) minder goed functioneren, terwijl de ‘staafjes’ (voor waarneming van vormen) wél goed functioneren zie je nog wel de juiste vorm, maar niet de juiste kleur. De kleur rood is de eerste kleur die minder zichtbaar is. Dit is erg lastig, omdat de kleur rood vaak gevaarlijke situaties aanduidt.