Alcohol

Alcohol is de meest gebruikte drug in de westerse samenleving. In Nederland drinkt 87% van de Nederlandse bevolking met enige regelmaat alcohol. Alcohol is een verdovend middel dat ontstaat uit gisting van granen of vruchtensuikers en wordt verwerkt in drie hoofdcategorieën drank: bieren, wijnen en gedistilleerde dranken.

Dosis

Bier bevat gemiddeld 5% alcohol, wijn 12% en gedistilleerd 35%. Een bierglas is groter dan een wijnglas en een borrelglas is verhoudingsgewijs erg klein. Toch kun je voor iedere drank een gelijke hoeveelheid alcohol schenken, omdat voor iedere drank een vast formaat glas is bepaald. We noemen dit een standaardglas. 

Ieder standaardglas bevat van een alcoholische drank evenveel pure alcohol, namelijk 10 gram. We noemen dit ook wel een eenheid. Een standaardglas bier heeft dus dezelfde hoeveelheid alcohol als een standaardglas jenever. Als je een (1) standaardglas of eenheid drinkt, bouw je als man 0,2‰ op. Bij vrouwen geeft een (1) eenheid alcohol een promillage van 0,25. Het verschil tussen mannen en vrouwen komt door het verschil in lichaamsbouw. 

De kater

Alcohol droogt uit. Dit klinkt vreemd, want je bent juist aan het drinken. Maar door de alcohol ga je ook aanzienlijk vaker naar de WC. Je kunt er vanuit gaan dat je na consumptie van één glas alcohol, twee glazen vocht weer uitplast. Dit vochtverlies veroorzaakt de hoofdpijn die veel mensen ‘de kater’ noemen. De misselijkheid bij een kater komt doordat alcohol ook de slijmvliezen van je maag en darmen aantast.